Gratis kinderopvang? Dat is maar één van de kwesties

Veel kinderopvang in het nieuws vandaag, naar aanleiding van enkele standpunten van het ACV. Zij pleiten voor gratis kinderopvang en opvang die kinderen intellectueel stimuleert. Kinderopvang als kwaliteitsvolle basisvoorziening, toegankelijk voor elk kind en elk gezin? Daar kun je moeilijk tegen zijn.

Vandaag gebeurt al heel wat om kwaliteitsvolle en betaalbare kinderopvang te realiseren. Maar om dat te behouden én te verbeteren, moeten we eerst nog meer investeren in professionalisering en toegankelijkheid. Daarna kunnen we samen pleiten voor gratis kinderopvang: als een kwaliteitsvolle basisvoorziening waar elk kind en elk gezin recht op heeft.

Kwaliteit? Verdere professionalisering nodig

Punt 1: het ACV pleit voor meer intellectuele stimulering in de kinderopvang.

Veel opvangorganisaties zetten al heel hard in op het stimuleren van kinderen. Sinds de onderzoeksresultaten van MeMoQ steekt de kinderopvang nog een tandje bij. Er zijn zelfevaluatie-instrumenten waarmee opvangorganisaties (groepsopvang én gezinsopvang) hun eigen werking kunnen bijsturen. Ook Zorginspectie gaat kinderopvang met die blik bekijken: voelen kinderen zich hier goed én worden ze voldoende gestimuleerd?

Sterke kinderbegeleiders in sterke context 

Om kinderen emotioneel goed te ondersteunen en voldoende te prikkelen, hebben we sterke kinderbegeleiders nodig. In opdracht van de Europese Commissie onderzochten we welke condities kunnen bijdragen aan een hoge pedagogische kwaliteit. Het is een combinatie van:

  • leren in groep,
  • met voldoende tijd en ruimte voor reflectie op de praktijk,
  • ondersteund door een pedagogisch coach,
  • op basis van een wetenschappelijk onderbouwd raamwerk.

Hiervoor zijn alvast een paar randvoorwaarden vervuld. Dankzij MeMoQ hebben we in Vlaanderen een goed pedagogisch raamwerk en allerlei instrumenten om kwaliteit op te volgen. Er zijn op de werkvloer ook vormen van pedagogische (en taal-) ondersteuning. Medewerkers in de kinderopvang moeten gekwalificeerd zijn: dat kan via de beroepsopleiding voor kinderbegeleiders en de bacheloropleiding Pedagogie van het Jonge Kind.

Kwalificatieplan, kindvrije uren en arbeidsomstandigheden

Tegelijk blijven er nog veel knelpunten. Het decreet vraagt een kwalificatie voor elke medewerker in de kinderopvang. Momenteel werken echter heel wat kinderbegeleiders zonder kwalificatie. Er moet dringend een plan komen en een tijdspad om ervoor te zorgen dat elke kinderbegeleider op korte termijn een kwalificatie haalt.

Een ander knelpunt is dat in het werkveld zelf te weinig pedagogische coaches tegelijk een team coachen én ook rechtstreeks met de kinderen en gezinnen werken. Internationaal zien we dat bachelors in de leefgroep een enorm verschil kunnen maken: zij ondersteunen hun collega-kinderbegeleiders en werken meteen ook met kinderen en gezinnen zelf.

Er zijn vaak ook te weinig kindvrije uren om - in groep en ondersteund door een pedagogisch coach - te reflecteren op de eigen praktijk. In landen waar dit wel gebeurt, komt telkens opnieuw tot uiting dat dit net op het interactieniveau met de kinderen verschil maakt.

Bij deze hoge verwachtingen hoort ook een betere waardering. Kinderbegeleiders krijgen momenteel een zeer laag loon, vaak schommelt dat rond het minimumniveau. Dat komt de pedagogische kwaliteit uiteraard niet ten goede. Slechte loonvoorwaarden werken verloop in de hand, terwijl continuïteit in de begeleiding voor de allerjongsten net cruciaal is.

Voor elk gezin? Beleid en middelen nodig

Punt 2: het ACV lanceert het idee van gratis kinderopvang.

Veel opvangorganisaties werken nu al inkomensgerelateerd.

Er zijn bovendien extra middelen voor opvangorganisaties die inzetten op maatschappelijk kwetsbare gezinnen: zij houden plaatsen vrij, informeren gezinnen en zorgen samen met partners (zoals Huis van het Kind) voor proactieve toeleiding, zij helpen bij de inschrijving en kunnen in samenwerking met het OCMW het laagste tarief toekennen. In het radionieuws vandaag bevestigt minister Vandeurzen dat deze extra middelen (de subsidies voor trap 3) volgend jaar worden uitgebreid. Het is inderdaad belangrijk dat er nog meer plaatsen voor maatschappelijk kwetsbare kinderen komen.

Drempels wegwerken

De randvoorwaarden voor toegankelijke en betaalbare kinderopvang zijn dus aanwezig. In praktijk echter blijken gezinnen nog veel drempels te ervaren.

Gezinnen moeten een opvangplan opstellen waarbij ze op voorhand aangeven welke dagen hun kind wel / niet aanwezig zal zijn. Er is een boete voor kinderen die te vaak afwezig zijn, ook als dat bijvoorbeeld wegens ziekte is. Het is niet makkelijk om het sociaal tarief via het OCMW te regelen. Ook het minimumtarief valt soms te duur uit. Enzovoort.

Deze drempels moeten we wegwerken. 

Toekomstdromen

De kiemen voor kwaliteitsvolle en betaalbare kinderopvang voor elk gezin zijn er, maar we moeten ze nog veel sterker ontwikkelen. Dat betekent zeer concreet: nog meer en sneller inzetten op professionalisering en nog meer middelen toekennen voor toegankelijkheid.

Als we jaar na jaar verder kunnen werken aan pedagogische kwaliteit en sociale toegankelijkheid, lijkt het op termijn logisch dat kinderopvang (net als basisonderwijs) gratis wordt. Kinderopvang is immers basisdienstverlening.

We moeten dan bewaken dat de kwaliteit er niet op inboet. En we zullen ook moeten werken aan een andere publieke kijk op kinderopvang.

Want zolang de samenleving kinderopvang blijft zien als een veredelde babysit - billen vegen, eten geven, te slapen leggen en neuzen snuiten - zal kinderopvang nooit de middelen en het beleid krijgen die het verdient.

 

Tekst: Ellen Rutgeerts