Hoe houd je contact met maatschappelijk kwetsbare gezinnen in tijden van corona?

'Hou rekening met wat de ouders zelf willen: sommige willen intensief contact, andere niet, nog andere hebben het liefst een berichtje’, zegt Hannelore Ostyn. VBJK praat met medewerkers van inloopteams  en Koala-werkingen in Huizen van het Kind over hoe je contact houdt met kwetsbare gezinnen tijdens de coronacrisis.

Hoe houden jullie contact met de gezinnen?

Babette Swinnen, opvoedingsconsulent Campus O³, Genk: ‘Normaal organiseren we drie keer per week onthaal- en ontmoetingsmomenten. Kwetsbare gezinnen raken sneller geïsoleerd, zeker in coronatijden. Dus proberen we zelf deel uit te maken van hun netwerk, door hen te bezoeken via raam- en deurcontacten, via een WhatsApp-groep en belrondes naar alle gezinnen. Via WhatsApp vroegen we hen hoe het thuis lukte, wat ze die dag hadden gedaan. We stuurden foto’s van ons thuis aan het werk door. Zo merkten ze dat we nog aan het werk waren, en verdween de schrik om foto’s van hun eigen leefomgeving te delen. Ze stuurden antwoorden en foto’s terug. We zijn snel overgeschakeld op FaceTime, vooral omdat we dan ook non-verbaal gedrag zagen, en dat maakte het makkelijker om diepe gesprekken te voeren. Zeker voor mama’s die thuis dan geen hoofddoek dragen, was dat in het begin onwennig, maar we merken dat ze vaker terugbellen met de camera.’

Babette: ''We brachten kleurplaten voor de kinderen, maar sommige ouders hebben thuis geen kleurpotloden. Daar had ik nog nooit bij stilgestaan'

Hannelore Ostyn, pedagogisch en agogisch medewerker Koala, Kortrijk: ‘We bellen de ouders zelf op, maar met anderstalige ouders is het vaak erg moeilijk om een dieper gesprek te voeren. We houden wel rekening met wat de ouders willen: sommige willen intensief contact, andere niet, nog andere hebben het liefst een berichtje. Sommige gezinnen verkiezen WhatsApp omdat het hen de mogelijkheid biedt alles te vertalen en dan gericht te kunnen antwoorden. Omdat heel wat ouders in appartementen wonen, zijn stoepbezoeken niet zo makkelijk, en verlopen de gesprekken erg zenuwachtig. We ontmoeten ouders ook online via een gesloten Facebook-chat. Soms zit de sfeer goed, andere keren is de teneur meer in mineur, en door de snelheid van de chats komen anderstaligen moeilijk aan hun trekken.  Maar moeders stellen er wel vragen aan elkaar en delen foto’s en ervaringen met elkaar. Wat ze delen, is vaak zeer emotioneel. Communiceren via sociale media kost wel erg veel tijd, en stopt nooit, en is ook niet helemaal in orde met de privacywetgeving. Maar het is op dit moment de beste manier om de gezinnen te bereiken.’

Griet Van Nieuwenhuyse, coördinator inloopteam De Viertorre, partner Huis van het Kind, Oostende: ‘In het inloopteam hebben we geprobeerd om te bellen, WhatsAppen, sms’en. Maar zeker voor gezinnen van wie de moedertaal niet Nederlands is, was dat moeilijk. We konden niet inschatten hoe het met het gezin ging. Dus zijn we overgestapt op stoepcontacten. Die verlopen soms heel emotioneel. Zo wou een mama met een pasgeborene met ons praten, maar enkel met mondkapje, met handschoenen, en ze bleef dicht bij haar deur om zo dicht mogelijk bij haar baby te zijn, dan pas voelde ze zich veilig. Met een mondmasker is natuurlijk de mimiek weg, en het is ook lastig, elkaar geen knuffel te mogen geven. Het is frustrerend dat we niet alle gezinnen kunnen bezoeken, maar door de verplaatsingen besef ik nu veel beter wat een inspanningen die gezinnen moeten doen om tot bij ons te komen. Het zou gemakkelijk zijn om gewoon te zeggen dat ze maar moeten bellen als er een probleem is. Maar dat werkt niet. Daarom zetten we zo sterk in op zelf contact zoeken en betrokkenheid tonen.’

Freya Geinger, agogisch medewerker, Koala Aalst: ‘In samenwerking met Huis van het Kind hebben we kinderdagverblijven gestimuleerd om al hun gezinnen persoonlijk op te bellen om te horen hoe het gaat. Hiervoor ontwikkelden we met KOALA een beknopte flyer met handige weetjes over hoe je het best omgaat met kwetsbare gezinnen, maar ook met concrete info over partners met extra aanbod waarnaar ze kunnen doorverwijzen. Dat was nodig, gezien tijdens zo’n ‘hoe is ’t-telefoontje’ mensen dikwijls andere noden uiten, waar kinderbegeleiders niet altijd vertrouwd mee zijn. Zo startten we een tijdelijk ‘speelgoed-in-je-living aanbod’ vanuit de Speel-o-theek in Aalst. Gezinnen die het moeilijk hebben, kunnen dan een pakket krijgen met speelgoed, knutselmateriaal en kleurmateriaal dat ze mogen houden tot na de coronatijden. In een latere fase vulden we dit pakket aan met materiaal van Huis van het Kind, om zo ook hun aanbod mee bekend te maken. Mooi om te zien is hoe je vanuit de samenwerking met velen erin slaagt om gezinnen te ondersteunen en toe te leiden naar een aanbod dat ze niet kenden of waar ze niet van op de hoogte waren. Ook de kracht van de belrondes mag je niet onderschatten. Je hart eens kunnen luchten, voelen dat je niet vergeten wordt, dat je niet de enige bent die het moeilijk heeft, eens kunnen spreken met een volwassene, er terecht kunnen met je vragen.’

Natasia Maj, Huis van het Kind, Heusden-Zolder: ‘We hebben de gezinnen bijna wekelijks gezien via deur/raam-contacten,  op anderhalve meter. We verdeelden pakketten, met onder andere knutselmateriaal, en eentje voor de mama’s met verwenspulletjes om hen moed in te spreken. We hebben dagelijks contact via WhatsApp. Daar delen we info, filmpjes, foto’s, zingen we liedjes, lezen we voor. Ouders delen foto’s, reacties, inspireren elkaar, het is hartverwarmend om te lezen en te zien.’

Mieke Verhaert, coördinator inloopteam Zuidrand en Koala, Hoboken: ‘Eerst wilden we inzetten op kind-ouder-interactiemomenten, door leuke en haalbare activiteiten voor kinderen en ouders door te sturen. Al vlug merkten we dat ouders overstelpt werden met WhatsApp-berichten door allerlei organisaties, waaronder de school. We hebben onmiddellijk het roer omgegooid, en zijn vraaggericht gaan werken: luisteren naar waar mensen zich zorgen over maken, en wat ze nodig hebben, zowel telefonisch, ook voorzichtig via WhatsApp, als in WhatsApp-groepen op het ritme van de gezinnen zelf.’ 

Welke vragen hebben gezinnen voor jullie?

Griet: ‘Gezinnen ervaren veel angst en stress. Dus zoeken we samen naar iets dat hen vrolijk zou kunnen maken, we proberen hen aan positieve dingen te laten denken, we zoeken samen hoe we de constante stress draaglijk kunnen maken. Dat doen we door emotioneel nabij te zijn, persoonlijke babbels, door hen te helpen bij materiële noden rond kleren of pampers, maar ook door info op een zeer toegankelijke manier te vertalen.’

Babette: ‘Een mama met een pasgeborene kon niet naar de kringloopwinkel voor kleren, online kopen lukt al helemaal niet. Daarom ben ik haar een voorraadje aan kleren uit onze organisatie gaan brengen. Dat gezinnen hun noden durven uiten en vragen stellen, komt door de vertrouwensrelatie die we met hen opbouwden. De korte babbels aan de deur doen hen deugd. Heel vaak horen we ‘kom toch binnen’. Soms is het zoeken hoe je een ‘warme sfeer’ ook aan de deur kan realiseren. Aan de deur kan je niet over alles praten, in appartementsblokken ben je nooit alleen. Als we merken dat ze ons nog iets willen vertellen dat gevoeliger ligt, bellen we hen daarna op.’

Sigrid Arents, coördinator inloopteam Huis der Gezinnen - CEMG vzw: ‘Eerst hadden de mensen vooral een luisterend oor nodig. Dus gaven we hen de ruimte om te ventileren. Na enkele weken hadden de gezinnen vooral praktische vragen, zoals “Hoe kom ik aan voedsel?” Samen met initiatieven van partnerorganisaties hebben we gezorgd voor voedselpakketten, maar ook knutselpakketten. Het contact behouden met de meeste gezinnen verloopt redelijk vlot. Maar we krijgen heel weinig informatie van onze gezinnen over wat moeilijk loopt thuis, over hun relatie met hun echtgenoot en de kinderen. We vermoeden dat de mama's niet vrij kunnen praten omdat ze zich niet kunnen afzonderen; heel wat gezinnen wonen op een piepklein appartement en zijn constant samen. We denken ook dat ze een zekere schroom ervaren om gevoelige thema's met ons te delen via de telefoon. Die verhalen zullen we hoogstwaarschijnlijk pas te horen krijgen eens we de doelgroep weer fysiek kunnen bereiken.’

Mieke: ‘Nu de vaders ook thuis zijn ontstaat er meer discussie over het opvoeden en de verschillen in stijl tussen vader en moeder. Gezinnen wonen vaak in appartementen en soms stijgt de spanning in die blokken, bijvoorbeeld door een buur met mentale problemen die heel wat kabaal maakt in het gebouw. En heel wat gezinnen zijn zo bang dat ze in zeven weken hun woning niet hebben verlaten. Belangrijk is telkens de juiste context uit te klaren, zodat we goed weten hoe we het best met die gezinnen in dialoog gaan. Zo is een alleenstaande moeder met vier kinderen zeer bang om zelf ziek te worden, aangezien ze bijna geen sociaal netwerk heeft dat haar kan helpen als ze in het ziekenhuis zou belanden. Een ander gezin is dan weer bang dat hun kind zou besmet raken als het buiten op straat iets aanraakt. Er komen ook heel wat papa’s met baby’s langs in het consultatiebureau, omdat ze de moeders willen beschermen tegen een mogelijke besmetting. De vaders doen ook de boodschappen. Belangrijk is dat we in deze tijden aandacht hebben voor het sociaal-emotionele welbevinden, voor de concrete, kleine problemen, zodat ze zich niet opstapelen en daardoor de stress enorm verhogen. Door heel kleine dingen te doen, bereiken we soms heel waardevolle zaken.’

Wat betekenen jullie inspanningen voor de gezinnen?

Griet: ‘Een mama die in coronatijd bevallen is, zou normaal omringd geweest zijn door veel andere mama’s uit haar gemeenschap. Aangezien dat wegviel, zijn wij zelf bij haar langs gegaan met een cadeautje en een babbel. Want we weten dat dit voor haar zwaar moet zijn. Ze had er ook zo naar uitgekeken om dat te kunnen delen.’

Griet: 'WhatsAppen en sms'en is niet zo simpel voor gezinnen met een andere moedertaal dan het Nederlands'

Sigrid: ‘We werken met kwetsbare gezinnen, die vaak geen of weinig netwerk hebben. Daarom is het belangrijk om aanwezig te blijven voor die gezinnen en hen vanop afstand ook te blijven steunen. Sommigen hebben een moeilijke thuissituatie, door de huidige situatie bestaat er dus ook een risico dat de problemen ernstiger worden. Hen het gevoel geven dat ze nog steeds ergens terecht kunnen is uiterst belangrijk. Door nu aanwezig te blijven voor onze gezinnen werken we ook aan de vertrouwensband die belangrijk zal zijn wanneer we ons basisaanbod weer zullen heropstarten.’

Elise Vanlangenaeker, Huis van het Kind, Koala Schaarbeek: ‘In kinderdagverblijf Elmer-Noord blijft veel ruimte op dit moment onbenut. Daarom zijn we een terras en een buitentuintje zo gaan inrichten dat er een veilige buitenruimte per halve dag kan gebruikt worden voor een gezin dat daar nood aan heeft. We selecteerden speelgoed dat makkelijk afwasbaar is, zochten op of gebruik van zandbak wel veilig is, en nodigden vervolgens gezinnen uit de buurt uit om van die speelmogelijkheid gebruik te maken. Vaders en moeders zijn dus welkom met hun kinderen voor een afgesproken dagdeel. Zij gaan daar zeer enthousiast op in, brengen daar twee uur met plezier door. Je ziet duidelijk dat moeders tot rust komen en kinderen volop genieten van het spel. Na elke spelsessie wordt het materiaal ontsmet en alles in gereedheid gebracht om het volgende gezin te ontvangen. Omdat groepsmomenten ouder-kind nog wel een tijdje op zich zullen laten wachten, zetten we hier volop verder op in, en ook een binnenruimte zal worden voorzien.’ 

Wat leer je uit deze periode?

Babette: ‘Doordat de contacten nu veel individueler verlopen, hebben we de gezinnen op een andere manier leren kennen. Zo hadden we kleurplaten voor de kinderen gebracht, maar sommige ouders gaven aan dat ze thuis geen kleurpotloden hadden. Daar had ik nog nooit bij stilgestaan. Dus brachten we ook speelpakketten aan huis met kleurpotloden in. Door een voedselpakket voor een gezin te gaan afhalen, besef ik nu ook welke impact dat heeft, om voedselbedeling vragen. En nu kunnen we ons pas echt een beeld vormen van leven in een appartementsblok, met de drukte en het lawaai. Ze wonen ook niet allemaal in het centrum. Dus weten we nu dat we onze groepsmomenten ook op onze twee andere locaties in de stad kunnen laten doorgaan. Dat maakt het voor gezinnen fysiek toegankelijker, want nabijer. Door fake news zijn veel ook gezinnen bang, en komen al weken niet meer buiten. Dus moeten we de juiste informatie zo helder mogelijk aan hen doorgeven. Na elke persconferentie hertalen we de informatie naar een zo helder mogelijk overzicht. Samen met tolken vertalen we dat naar zo veel mogelijk moedertalen van onze gezinnen.’

Hanan Oulhadj, pedagogisch verantwoordelijke Koala, Hasselt: ‘We denken te vaak vanuit ons eigen perspectief.  Nu merken we dat veel ouders geen laptop hebben, geen printer om het huiswerk van de kinderen af te drukken, weinig speelgoed, geen basis-knutselmateriaal zoals potloden, verf, kleurenpapier. In samenwerking met partners als het Huis van het Kind, Arktos, de wijkwerking, Domo en basiseducatie hebben we pakketten samengesteld voor die gezinnen.’

Arne Van Schoors, groepswerker De Sloep, Gent: ‘We zijn groepswerkers. We hebben onze werking helemaal moeten heruitvinden. Ik heb geleerd dat de trappenhal ideaal is om een gesprek te voeren, je komt binnen en staat een beetje lager dan het gezin, de fysieke barrière helpt om afstand te bewaren, kinderen kunnen komen zwaaien en hun speelgoedje tonen of mooie kleedje showen. Door de trap kunnen ouders hen bij zich houden zodat ze niet op ons komen afgestormd. We geven de ouders mee dat ze met hun vragen ook naar het onthaal van De Sloep kunnen komen, niet binnen, maar aan de voordeur van het gebouw, natuurlijk. Zo weten mensen dat we hen niet vergeten zijn. Daarnaast merkten we ook dat de communicatie van de overheid bij bepaalde groepen niet goed was doorgesijpeld, en dus niet toereikend was. Sommige ouders komen niet buiten, dus moesten wij hen uitleggen dat het wel veilig en goed was om geregeld buiten te komen voor een wandeling met de kinderen. En daarnaast zijn er ook ouders die de regels volledig naast zich neerleggen. Al willen we niet belerend overkomen, we leggen hen wel uit dat het belangrijk is om die te respecteren.’

Hoe gaan jullie opnieuw opstarten na de lockdown?

Griet: ‘Daar maak ik me echt zorgen over. Hoe realiseer je een warme sfeer als je afstand moet houden? Zullen gezinnen nog durven komen? We moeten ervoor zorgen dat gezinnen zich nog steeds welkom voelen, ook al loopt het anders dan vroeger. We zullen goed moeten duidelijk maken dat aanrakingen niet kunnen, dat er nog geen groepsmomenten zullen zijn. We denken er ook aan om activiteiten buitenshuis te organiseren. Dus zetten we nog even in op de stoepcontacten.’

Met dank aan:

Koala Aalst, Koala Heusden Zolder, Koala Hasselt, Koala Hoboken, Koala Beringen, Koala Roeselare, Koala Kortrijk, Koala / HVK Schaarbeek, Koala Gent, ILT De Sloep, ILT Huis der Gezinnen, ILT Samik, ILT Zuidrand, ILT De Viertorre/ HvK Oostende, Campus O³ Genk, Vzw De keerkring/ HvK Sint-Niklaas